Project de Brabantse beken
In 2025 willen we aandacht besteden aan de mooie beken in Brabant. Het zijn laaglandbeken die stromen en kronkelen in het Brabantse land.
Ze zijn uniek in de wereld. Bekijk de onderstaande film maar eens.
Wat maakt de beken bijzonder, hoe zagen ze er vroeger uit, wat heeft men er in de loop der jaren aan veranderd (van kanalisering tot hermeadering) en hoe ziet de toestand er nu uit. Dit met natuurlijk ook de vraag hoe we de kwaliteit nog verder kunnen verbeteren.
Op vrijdag 20 juni werd een symposium georganiseerd over Beken in Brabant bij het kantoor van waterschap De Dommel in Boxtel.
Het symposium werd geopend door Commissaris van de Koning, Ina Adema.
Aan haar werd als eerste de glossy over de Beken van Brabant aangeboden door hoeder Ans Buys. Als u één of meerdere exemplaren wilt ontvangen mail dan Willem Peters w.peters@brabantslandschap.nl
De dagvoorzitter was Ton Biemans. Hij had uitgezocht welke steden en dorpen genoemd worden naar beken als Elsbeek, Vlieringsbeek etc.
Ernest de Groot DB Lid Aa en Maas hield een inleiding over “Van behoud van beken naar herstel van watersystemen” en “Waarom dienen beken de mens”
Aandacht voor de beken en beekherstel in Brabant is belangrijk maar je moet ook kijken naar herstel van ruimte in de beekdalen en herstel van hele beekdallandschappen. Dit in het belang van de natuur, de historie, de beleving en de recreatie waardoor het platteland weer opgebouwd kan worden.
Er bestaan in Nederland naast heuvellandbeken en terrasbeken ook laaglandbeken. Die bevinden zich in Brabant in de vorm van de Dommel, de Aa (richting ’s-Hertogenbosch) en de Mark (richting Breda).
Na de tweede wereldoorlog zijn beken rechtgetrokken om water snel af te kunnen voeren. De land- en tuinbouw kende schaalvergroting en intensivering. Steden en dorpen groeiden en grote fabrieken begonnen het water te vervuilen. Nu willen we de sponswerking, de waterkwaliteit en de natuur weer verbeteren door te gaan van afvoeren naar vasthouden, van rechttrekken naar hermeanderen, van verdiepen naar verondiepen, van steile oevers naar flauwe oevers, van stuwen naar ontstuwen (en vistrappen) en van inkaderen naar de ruimte geven.
We willen naar brede boeiende bevrijde en (klimaat-)robuuste beekdalen met brede bufferzones en water uit waterzuiverings-installaties waardoor de afvoer minder itens wordt en er minder vaak piekafvoer optreedt. Dit met aandacht voor irrigatie, verdamping, wateronttrekking waar drainage, irrigatie en waterberging tegen helpen. Natuurlijk waar het kan en technisch als het moet.
In een samenspel met de landbouw, de biodiversiteit en de waterkwaliteit.
Een mooi voorbeeld is boomstammen leggen in de beek. Het vertraagt de afvoer bij laag water en achter de stammen ontstaan luwe plekken voor de natuur. Bij hoog water vloeit het water gewoon over de stammen heen.
In het ideale geval komt Brabant eruit te zien als onderstaand. Hierin staan de historische en unieke beekdalen centraal die vitaal moeten worden, met een combi van groen- blauwe extensieve landbouw (met b.v. de teelt van Lisdodde als bouwmateriaal) landbouw, natte natuur, bossen en hooilanden, met waterberging en -buffering doorweven met recreatie, cultuurhistorie en landschap.
Ellen Weerman van de HAS werkt met studenten aan een klimaat robuust Dommeldal.
Vervolgens werd de bovenstaande Film van Mark Kapteijns “Beken in Brabant” getoond.
Daarna kwamen de ecologen van de waterschappen aan de beurt.
Bart Brugmans ecoloog bij WS Aa en Maas over de huidige toestand van de Stadsbeek en de stappen naar de KRW.
Hier is zijn powerpoint te zien.
Bart Brugmans van Aa en Maas liet vol trots zien hoe een stuk Aa tussen Veghel en ’s-Hertogenbosch hersteld is. De oude loop kan je op kaarten terugvinden en waar men kon werd die hersteld. Dat gebeurde op zes plaatsen. Men wilde de vroegere natuurwaarden laten terugkeren met bloemenrijke vochtige graslanden en moerassen, kwelgebonden broekbossen, een beek met fraaie waterplanten, bijzondere libellen en haften en een rijkdom aan moerasvogels, amfibieën en vissen. De beek moest kleiner worden met meer stroming, maar het winterbed groter. Van een rechte Aa naar een Aa et overstromingsvlakten zoals op de afbeeldingen hieronder.
Bij Middelrode werd de oude loop als inspiratie gebruikt en grotendeels hersteld. Er is nu meer substraatvariatie te vinden. Zeldzame dieren vonden hun weg weer naar de Aa zoals Kopvoorn, Alver, Glanzend fonteinkruid, Watergentiaan, de Bever en hopelijk in de toekomst ook de Otter.
Maar als de graafmachines hun werk hebben gedaan begint het pas. Dan moet de natuur haar werk doen en moet dat begeleid worden door begrazen of maaien en afvoeren. Exoten moeten bestreden worden en je moet de waterkwaliteit blijven controleren.
Mark Scheepens ecoloog WS Dommel over de huidige toestand van de Bos en natuurbeek en stappen naar de KRW
Hier is zijn powerpoint te zien.
Mark Schepens van waterschap de Dommel vertelde over het traject van de Dommel door Eindhoven. Bij hoogwater kan er veel schade in de stad ontstaan en daarom kan water uit de Dommel voor Eindhoven afgevoerd worden door een afwateringskanaal. Maar het is beter voor het waterleven als er meer water doorheen stroomt en vandaar dat de hoeveelheid werd verhoogd van 1 naar 3 m3/s. En het werkte. Kiezelzwemwants, Gele haft en Grote beekschietmot kwamen terug en zelfs de Beekprik is van uitsterven behoed en zwemt gewoon in de stadsdommel van Eindhoven.
Marco Beers van WS Brabantse Delta over de huidige toestand van de landbouwbeek en stappen naar de KRW.
Hier is zijn powerpoint te zien.
Marco Beers van waterschap De Brabantse Delta vertelde over de Reeshofweide en het Beekherstel daar met herstel van de oude loop, een vislift en een klepstuw.
Tot slot kwam Ralf Verdonschot van de WUR aan het woord over “Noodzaak voor de toekomst van onze beken”
Hier is zijn powerpoint te zien.
Ralf Verdonschot van de Wageningen Universiteit liet zien dat herstel van de waterkwaliteit in de lift zat maar nu stagneert door nieuwe en oude problemen als opwarming, verdroging, giftige stoffen, pesticiden, eutrofiering, habitatsverlies e.a. zaken. Dieren in beken stellen veel eisen als stroomsnelheid, zuurstofconcentratie, substraat, oeverstructuur, bomen, e.d. Ze moeten kunnen paren, rusten, uitvliegen, eten, eieren kunnen afzetten en verpoppen. Vandaar dat je het hele landschap moet aanpakken en niet alleen de beek.
Vertraagd afvoeren, infiltreren, vasthouden, onttrekking verminderen etc. De beekdalen zouden als spons moeten fungeren, dus je moet sloten dempen, drainage verwijden, beken versmallen, extensief beheer en natte landbouw. De milieuwetgeving voor alle milieuvreemde stoffen zou strenger moeten worden. Strengere lozingsvergunningen, verbeterde zuivering, saneren van overstorten, kringlooplandbouw en biologische landbouw. Barrières moeten passeerbaar gemaakt worden. Soorten moeten geholpen worden terug te keren omdat de afstand vaak te groot is geworden en soms ook de populaties te klein.
Als je het probeert en goed doet kan het best lukken zoals bij het onderstaande kokerjufferproject.
Dus Brabant is rijk aan laaglandbeken en het blijkt dat die uniek zijn in de wereld. Vroeger zaten ze vol leven, konden ze meanderen, broedde de ijsvogel in de steile wanden en kon het water vloeien over prachtige bloemenrijke beemden.
Na de jaren vijftig zijn de beken rechtgetrokken en zijn kades geplaatst langs de waterlopen zodat de beemden door de landbouw in gebruik genomen konden worden. Daarnaast nam de vervuiling door de industrie en de agrarische sector dramatisch toe. Er werden overal stuwen geplaats om het waterpeil te reguleren maar vissen konden ze niet meer passeren.
Alle drie de waterschappen zijn nu bezig de oude luister terug te brengen. Er vinden projecten plaats om te hermeanderen, om weer steile oevers te creëren, om vispassages te maken en het water verder te zuiveren. Er worden successen geboekt. Vissen, salamanders, beekjuffers, orchideeën komen terug maar het is nog lang niet genoeg.
De hoeders hopen dat via de glossy en de film gemeenteraden, IVN groeperingen, heemkundekringen en bestuurders de handschoen oppakken om nog verder te gaan in het beekherstel. In 2019 vroegen de hoeders aandacht voor de historische zandpaden in Brabant. Nu vonden ze het nodig de beken de aandacht te geven.
Op zondag 22 juni vond er een activiteit plaats gericht op het algemene publiek. In de Dongevallei die het Tilburgse stadsdeel Reeshof (50.000 inwoners) als een natuurparel doorsnijdt werden wandelingen, een lezing en muziekoptredens gehouden.
Door onze gezamenlijke inzet krijgen de prachtige Brabantse beken hopelijk de aandacht die ze verdienen.
Meer informatie en bijzonderheden volgen nog.
We hopen dat deze soorten weer gaan floreren als knolsteenbreek en drijvende waterweegbree, dat de waterkwaliteit omhoog gaat en we weer allerhande vissoorten in de beken kunnen verwelkomen.
Als u één of meerdere exemplaren wilt ontvangen mail dan Willem Peters w.peters@brabantslandschap.nl